Projectomschrijving
Het restauratie- en renovatieproject van het Wintercircus omarmt zijn fascinerende geschiedenis en zijn vermogen om veranderende functies te vervullen. Ooit werd het circus getransformeerd tot de mythische Mahy autogarage, maar nu herrijst het gebouw als een knooppunt van kennis, ervaring en uitwisseling, terwijl het deel gaat uitmaken van het stedelijk weefsel. Ingangen worden nu openbare doorgangen en de oude circusring wordt een openbaar plein, omringd door ruimten gewijd aan cultuur en innovatie.
Het gebouw bestaat uit een conglomeraat van ruimtes en zalen, oude stallen, motorputten of overblijfselen gevormd door onregelmatige randen of in het midden van de hellingen. Deze veelheid maakt de wereld van het wintercircus. Het project respecteert de verschillende aard van de ruimtes in de restauratie, terwijl het nieuwe ruimtes toevoegt zoals de concertzaal of het auditorium.
De ontwerpstrategie is zorgvuldig wat betreft de sporen van de tijd en de ruimtelijke kwaliteiten van de bestaande architectuur, uitgaande van een duidelijke energiestrategie die de kwaliteiten van het interieur behoudt door isolatie van buitenaf en op maat gemaakte comfortkeuzes per ruimte.
Architectonische toevoegingen zijn zo gemaakt dat ze ondergeschikt zijn aan het bestaande, terwijl zachte kleuren het nieuwe publieke karakter subtiel installeren.
Deze zorgzame strategie werd operationeel door de duizenden kleine beslissingen tijdens het ontwerpproces en nog meer op de bouwplaats, wat een unieke reactieve en responsieve samenwerking tussen architecten, adviseurs en bouwers vereiste.
Schijnbaar niets of weinig doen, hoewel vaak de meest veeleisende modus op locatie, wordt beloond met een opgeruimd gebouw, waar sporen van oude glorie en verval deel uitmaken van een betekenisvolle nieuwe toekomst.
Het geschraapte metselwerk van de nieuwe concertzaal, onder de circusring, het nieuwe auditorium tussen de hellingen, een nieuwe ingang op het plein eronder, zijn waarschijnlijk de plekken waar een nieuwe architecturale laag prominent wordt, die ook de accumulatieve aard van het gebouw voortzet.
Om de ambities van de Stad Gent waar te maken om in 2050 klimaatneutraal te zijn werd sterk ingezet op CO² neutraliteit. Onder het Wintercircus is een BEO-veld (boorgat energieopslag) voorzien met 37 boringen van 150 meter diep. Dit BEO-veld is gekoppeld aan dat van De Krook (naastliggende stadsbibliotheek) omdat ze complementair in werking zijn. Het middenplein zal door vloerverwarming tot zo’n 18 graden verwarmd worden. Zo blijft het er in de winter aangenaam en wordt een tussenklimaat gecreëerd naar de aangrenzende ruimtes. Zo kunnen die op hun beurt energie-efficiënt verwarmen. Er wordt uitsluitend gebruik gemaakt van warmtepompen en geothermie.
Technische kwaliteit
Om de ambities van de Stad Gent waar te maken om in 2050 klimaatneutraal te zijn werd sterk ingezet op CO² neutraliteit. Onder het Wintercircus is een BEO-veld (boorgat energieopslag) voorzien met 37 boringen van 150 meter diep. Dit BEO-veld is gekoppeld aan dat van de krook omdat ze complementair in werking zijn. Het middenplein zal door vloerverwarming tot zo’n 18 graden verwarmd worden. Zo blijft het er in de winter aangenaam en wordt een tussenklimaat gecreëerd naar de aangrenzende ruimtes. Zo kunnen die op hun beurt energie-efficiënt verwarmen. Het volledige gebouw werd langs buiten geïsoleerd. Er wordt uitsluitend gebruik gemaakt van warmtepompen en geothermie.
De duurzaamheidsreflex is nauw verbonden met verschillende ingrepen in het gebouw. Zo werd het dak van de manage dat door Mahy omgevormd werd tot een plat dak hersteld. De oorspronkelijke ovalen en hellende constructie werd hernomen wat eveneens een dankbare buffer was om de technieken uit het zicht te houden. Door deze oplossing kwam ook de ruimte vrij waar de technische installaties vroeger stonden. Hier werd een dakterras en een groendak voor de waterhuishouding toegevoegd. Op -2 kan het Wintercircus 140.000liter water stockeren.
Alle technieken worden aangestuurd door een gesofisticeerd gebouwenbeheersysteem. Enerzijds zijn er ruimtes die al volledig afgewerkt zijn qua klimatisatie (zoals het auditorium), anderzijds zijn er zones die nog een concrete invulling moeten krijgen en die dus ook nog moeten worden uitgerust met eindunits, het systeem moest dus flexibel zijn. Bovendien impliceert het multifunctionele concept van het vernieuwde Wintercircus dat het gebruik sterk moet kunnen variëren doorheen de tijd. Vandaar dat er onder meer gewerkt wordt met een tweedeling tussen leegstands- en bezettingsmodus, zodat de zes luchtgroepen alleen draaien wanneer het nodig is. Naast de HVAC-installatie zijn ook de sprinklers en de verlichting aan het gebouwbeheersysteem gekoppeld, zodat de toekomstige exploitant alles kan aansturen via één platform en het energie-, water- en elektriciteitsverbruik in detail kan monitoren. Bovendien is er een connectie met de aanpalende bibliotheek (onder meer om verwarming en koeling uit te wisselen). Dit alles maakt dat het vernieuwde Wintercircus op technisch en energetisch vlak zeer vooruitstrevend is.
Als passiefhuis dat mensen samenbrengt gaat het Wintercircus haar vierde leven tegemoet.
Wat de samenhang betreft tussen de historische materialen en nieuwe interventies, zie criterium 2. Dit hangt nauw samen met de architecturale visie op het gebouw en is daarom opgenomen onder dit punt.
Architecturale kwaliteit
Bij een restauratie en renovatieproject zoals het Wintercircus, dat als doelstelling de herbestemming van het pand heeft, zijn er twee grote elementen die verzoend moeten worden: de ruimtelijke organisatie / staat van het gebouw en het programma. Daarom is een lezing van het gebouw een essentiële startbasis.
Zo werd in de wedstrijdfase de bouwgeschiedenis bestudeerd om inzichten te krijgen in de historische gelaagdheid van het gebouw. Het Wintercircus is in feite een complexe cilinder die uitgeeft op drie verschillende straatniveaus. Daarnaast zijn er heel veel tussenniveaus (13) omdat het complex gegroeid is gedurende meer dan een eeuw. Wat zijn de kenmerken van het gebouw? Wat zijn de interessante architectuurelementen? Welke delen hebben een verhaalwaarde? staan centraal bij de lezing.
Het gebouw kende drie levens: het oorspronkelijk ‘Nieuw Cirkus’ uit 1885 dat nagenoeg volledig uitbrandde in 1920. Het nieuwe circus dat in 1923 werd gebouwd en een stuk groter was dan het oorspronkelijke. En vervolgens de garage uitgebouwd door Ghislain Mahy, met toevoeging van de betonstructuur, de rode fabrieksvloer en aanrijhellingen, die na sluiting dienstdeed als depot voor oldtimers. Het uitgangspunt van de visie is om de historische gelaagdheid, de sfeer, het verhaal van het gebouw naar voor te brengen. Het basisprincipe van circulair bouwen is het maximaal behoud. Dit is in het Wintercircus nog perfect leesbaar. Aan de historische bouwlagen uit de verschillende periodes voegen we een extra laag toe waar het nodig en gepast was.
Er is bewust gekozen voor een minimale renovatie zodat zoveel mogelijk authentieke elementen bewaard konden worden. Dit komt heel nadrukkelijk tot uiting in de middencirkel. Een deel van het pleisterwerk is doorheen de tijd losgekomen, het overblijvende deel werd gefixeerd met hars en de zichtbare bakstenen werden gereinigd waardoor de typische patine blijvend aanwezig is. De bezoeker van het gebouw ervaart het binnentreden alsof de tijd is blijven stilstaan, maar achterliggend en verborgen is een passief huis gecreëerd (zie duurzaamheid). Door bewust te kiezen voor minimaliteit kan het programma op subtiele wijze geïntegreerd worden.
Vanuit de historische reflectie was het belangrijk om onderdelen te bewaren uit deze drie grote periodes. Het gebouw vandaag is als het ware een steekkaart de drie verschillende bouwfases.
Van het oorspronkelijke circus zijn dit de:
• Stallingen met voederbakken, baksteengewelven en delen van de manege uit de eerste periode werden in ere hersteld.
• De oorspronkelijke gietijzeren spantdragers, gebouwd volgens de metaalconstructieprincipes van de Eiffeltoren, zijn nog aanwezig in de baksteen massieven.
• Kolommen uit 1895 werden gerecupereerd voor het creëren van vergaderzalen, zij het niet langer als dragende elementen.
• Bakstenen gevel aan de Platteberg.
Van het circus uit 1920:
• Het typische middenplein.
• De olifantenhelling als interne verbinding tussen het middenplein en de concertzaal.
• De stalen koepel die zo beeldbepalend is voor het interieur.
Vanuit de Mahy periode:
• Het indrukwekkend circuit van hellingen.
• Kleine afgeronde decoratieve elementen toegevoegd door Mahy.
• De rode fabrieksvloer van de middenpiste werd doorgetrokken naar de trappen en plinten.
• Stalen binnenschrijnwerk.
• Betonconstructie met plankenbekisting.
• De smeerputten uit de garage die gereconstrueerd werden.
• Drie originele benzinepompen zijn bewaard en teruggeplaatst.
• Gele faience in de voormalige garage.
Aan de drie bouwfasen werd een nieuwe bouwlaag toegevoegd:
Trappen- en liftenkernen: om de werking van het gebouw en de circulatie te optimaliseren werden op slimme wijze trappen- en liftenkernen geïntegreerd. Ondanks de vele bestaande niveauverschillen, is het gebouw integraal rolstoeltoegankelijk gemaakt door de uitgekiende positie van vier liften.
Schrijnwerk: een deel van het schrijnwerk is gerestaureerd en gebleven, de nieuwe ramen werden in dezelfde stijl gerealiseerd zodat er een boeiende dynamiek tussen oud en nieuw ontstaat.
De nieuwe inkom aan het Miriam Makebaplein heeft een wand in plankenbekisting.
Nieuwe vloer in kleiklinkers aan de ingang Miriam Makeba, de rondgang en de vergaderzalen geïnspireerd door de bakstenen vloeren van de voormalige paardenstallen.
Banken: de banken in het middenplein werden eveneens uitgevoerd in de typische rode zichtbeton, met het silhouet van een olifant.
Ondergrondse concertzaal: bakstenen in schubben en claustra’s voor een optimale zaalakoestiek. De circulatie heeft vanaf -1 zicht op de koepel.
De buitenramen en -deuren werden vervangen door thermisch onderbroken schrijnwerk met isolerende beglazing en waar nodig met akoestische eigenschappen.
Alle functies kregen de juiste plaats in de bestaande context. Rondom het publieke middenplein zijn zowel gemeenschappelijke ruimtes voorzien als ruimtes die verhuurd zullen worden. In de oksel van de helling tussen de eerste en tweede verdieping is een auditorium voor 120 personen geïntegreerd. Ruimtes met hoge plafonds dienen als restaurant of groot kantoor, ruimtes met lage plafonds zijn geschikt als intieme vergaderzalen. De luide concertzaal onder de grond, wordt gescheiden van stille functies, maar toch verbonden met de rest van het gebouw via de bestaande olifantenhelling.
Voor de concertzaal werd geopteerd voor een box-in-box-principe. Hierdoor is deze akoestisch ontkoppeld zodat aanpalend vergaderzalen geïntegreerd konden worden. De zaal maakt gebruik van de nieuwste innovatie technieken inzake klank en beeld.
Het authentieke dak diende te voldoen aan de hedendaagse akoestische en thermische normen. Er werd een aanvulling gedaan waar er een evenwicht werd gezocht tussen isoleren en verstevigen en het extra gewicht dat werd toegevoegd. Andere belangrijke elementen zijn:
Nagespannen beton: om bestaande vloerplaten te verstevigen.
Cimorné, pleister met gebroken en gekleurde glaskorrels.
Rood quartzzand.
Rode vloer in aansluiting bij de centrale piste, met ingestorte glasdallen.
Circulariteit: de roosters van de smeerputten, afkomstig van de luchthaven in Sint-Denijs-Westrem (vandaag The Loop), werden op maat gezaagd, gezandstraald, behandeld en opnieuw beschilderd.
Isolerende sandwichpanelen
Er werd bewust gekozen om de technieken in het zicht te laten, voor elektriciteit en verlichting werd gewerkt met kabelgoten.
Het publieke en maatschappelijke karakter van het project
Eerst en vooral is een herbestemming van zo’n 14.000 vierkante meter al een heel belangrijk punt inzake duurzaamheid. De situering in het bouwblok tussen drie straten maakt een vernieuwde stedelijke connectie mogelijk met de creatie van een overdekt stedelijk plein met drie ingangen. Naast de bestaande ingangen in de Sint-Pietersnieuwstraat en de Lammerstraat, is een nieuwe ingang gecreëerd via het nieuwe plein aan de bibliotheek De Krook, het Miriam Makebaplein. De transformatie van gebouw naar stedelijk plein zorgt voor een stedelijke omslag en nieuwe toekomst.
De diverse invullingen alsook het publieke karakter van de middenpiste, zullen sterk verbinden werken. Er wordt een netwerk gecreëerd met inhoud. Startende ondernemers zullen elkaar ontmoeten in deze incubator voor creatieve, kleinschalige, lokale, internationale en toekomstgerichte activiteiten.
Ook de sociale duurzaamheid wordt niet uit het oog verloren. Decennialang was het een gesloten en verborgen gebouw in het hart van de stad. Door de creatie van een stedelijke passage, een verblijfsplek en een plek voor evenementen en concerten wordt het gebouw aan de bevolking geschonken.