Verscholen in de regio Mechelen ligt de Wintertuin van het Ursulineninstituut: een ongeëvenaarde parel van art nouveau. De Wintertuin, met zijn kleurrijke glas-in-lood-koepel, maakt deel uit van een beschermd gebouwencomplex waar onderwijs, architectuur, kunst en geschiedenis samenkomen. Momenteel is het grootste deel nog steeds in gebruik als school. De voormalige ontvangstvleugel, die diende als lounge voor de families van de kostschoolmeisjes, werd sinds 1994 beperkt opengesteld via geleide groepsbezoeken.
De zusters Ursulinen richtten in dat jaar een vzw op die zowel het onderhoud als de openstelling van de Wintertuin behartigde. Zij konden daarvoor steunen op een groep toegewijde vrijwilligers. In de loop der jaren liep het aantal zusters echter sterk terug. Hierdoor verminderde hun capaciteit om het onderhoud van dit erfgoed te organiseren en te financieren. Rond 2010 kwamen er zoveel uitdagingen samen dat de erfgoedsite dreigde te sluiten: de middelen waren zeer beperkt; er was behoefte aan een toekomstbestendige eigendoms- en managementstructuur; delen van het gebouw moesten dringend worden gerestaureerd; de bezoekersfaciliteiten – vooral voor mensen met een beperking – waren totaal ontoereikend; de vrijwilligers hadden meer ondersteuning nodig; de bezoekmogelijkheden – zowel de openingsuren als het aanbod – waren erg beperkt en voldeden niet aan hedendaagse verwachtingen.
Op vraag van de zusters engageerde Stichting Kempens Landschap zich in 2011 om deze uitdagingen aan te pakken. Na het opzetten van een nieuwe eigendoms- en managementstructuur in 2015, lanceerde onze organisatie in 2018 het project Wondervolle Wintertuin. De ambitie was om de historische Wintertuin toekomstbestendig te maken door gerichte restauratieve en infrastructurele ingrepen én een nieuwe hedendaagse bezoekersbeleving te ontwikkelen. Deze transformatie moest de Wintertuin lanceren als een permanente erfgoedattractie voor een breed en internationaal publiek. Specifieke aanvullende doelen waren:
– De Wintertuin inbedden in het permanente aanbod voor toeristen van het nabijgelegen Mechelen. De erfgoedattractie versterkt de reputatie van Mechelen als culturele bestemming en is een reden om langer te blijven.
– Meer culturele toeristen met een specifieke interesse in art nouveau aantrekken door de site te integreren in internationale art nouveau- netwerken.
– Aantonen hoe een stapsgewijze en evenwichtige ontwikkeling een historische plek nieuw leven kan inblazen en een katalysator kan zijn voor alle belanghebbenden.
Er werd gekozen voor een holistische multidimensionale aanpak waardoor we meervoudige toegevoegde waarde konden creëren: betere toegankelijkheid en onthaalfaciliteiten, verbeterde technische installaties (water, elektriciteit, verwarming), uitbreiding van het belevingsaanbod, verbeterde publieksontsluiting, duurzaam en professioneel bezoekersbeheer en verdere verankering van de betrokkenheid van de lokale gemeenschap.
In mei 2024 kon de ‘nieuwe Wintertuin’ eindelijk zijn deuren openen voor het grote publiek. Dit project is een voorbeeld van hoe erfgoed en de geschiedenis van een plek leidraad kunnen zijn om verder te gaan dan louter behoud. De historische functie van de voormalige ontvangstvleugel kreeg een hedendaagse doorvertaling op niveau van de nieuwe bezoekersfaciliteiten en de publieksontsluiting. We creëerden een gastvrije Wintertuin waar bezoekers zich op verschillende manieren kunnen onderdompelen in het erfgoed en zijn verhalen. Door de uitgevoerde werkzaamheden kunnen ook doelgroepen voor wie dit historische erfgoed voorheen buiten bereik lag, het nu ten volle ervaren.
Criterium 1: Technische kwaliteit (4 punten)
Op vlak van restauratie waren er drie belangrijke deelzones die werden aangepakt binnen het project:
1. De restauratie en consolidatie van de verzakte historische tegelvloer van de Wintertuin was een huzarenstuk dat in drie verschillende fasen werd uitgevoerd door gespecialiseerde vaklui. Stap 1 omvatte het schadevrij verwijderen van de 15.000 waardevolle tegels door Nederlands tegelspecialist Arno van Sabben die hiervoor een speciale slijptechniek en -machines ontwikkelde. In overleg met externe tegelexperten werd beslist om de waardevolle vloertegels voorafgaand te nummeren zodat ze finaal op hun oorspronkelijke positie zouden kunnen worden herplaatst. Dit om de patine, kleurverschillen en de loopsporen in de bestaande tegelvloer te respecteren en anomalieën of verstoringen in het eindbeeld te vermijden. Na uithalen werden alle tegels gereinigd en op nummer gestockeerd. Stap 2 omvatte het uitgraven van de instabiele ondergrond en het vrijmaken van de ondermaats gefundeerde kolomvoeten van de stalen koepelstructuur. Onder begeleiding van een ingenieur stabiliteit werden alle kolomvoeten ondergraven en van een nieuwe sokkel voorzien. Om de stabiliteit te garanderen en elke mogelijke impact op de met geëtst glas ingevulde binnenwanden te vermijden werd dit in fasen uitgevoerd waarbij nooit aan twee aangrenzende kolommen tegelijk werd gewerkt. Nadien kon de rest van de ondergrond verder worden uitgegraven. Van deze gelegenheid werd overigens gebruik gemaakt om drie regenwaterputten onder de Wintertuin te plaatsen die aangesloten werden op de nabijgelegen toiletten en dienen als watervoorraad voor de prachtige planten in de Wintertuin. Hierover werd de nieuwe vloeropbouw met consoliderende betonplaat gerealiseerd. Stap 3 omvatte het terugplaatsen van alle 15.000 historische tegels volgens origineel patroon en positie. Dit werk werd uitgevoerd door gespecialiseerd familiebedrijf Schutters die de tegels op traditionele wijze in een mortelbed legde. Een beperkt aantal tegels bleek te sterk beschadigd voor terugplaatsing of ontbraken: de in situ gerecupereerde tegels werden daarom aangevuld met dezelfde historische tegels aangekocht in de gespecialiseerde recuperatiehandel.
In de marge van de werken in de Wintertuin werden ook kleinere restauratieve ingrepen uitgevoerd: de beeldbepalende keramieken fontein die de Wintertuin siert, moest voor de werken worden ontmanteld. Van deze gelegenheid werd gebruik gemaakt om deze te restaureren (verlijmen van barsten, invullen lacunes) en terug in werking te stellen. Daarnaast werd ook door een materstudent conservatie en restauratie van de Universiteit Antwerpen een proefrestauratie uitgevoerd aan één van de muurschilderingen rond de Wintertuin: op basis van het onderzoeksrapport dat zij na de proefrestauratie opleverde kunnen in de toekomst de overige schilderingen worden aangepakt.
2. De restauratie van de historische Zomergalerij, bestaande uit een fijne staalstructuur van zes bogen ingevuld met gehamerd glas: zowel het glas als het staalwerk waren in zeer slechte staat. Al het historische glas moest worden verwijderd en kon niet worden gerecupereerd. Het staalwerk werd volledig gezandstraald, ontroest en voorzien van een nieuwe roestvrije verflaag. Voor het nieuwe gebogen glas werd beroep gedaan op de gespecialiseerde Duitse firma Glasmalerei Peters die voor elk van de zes bogen een aparte buigingsmal maakte. Op die manier kon het gelaagde gehamerd glas volgens de perfecte curve worden gebogen. Voor de plaatsing van het glas op de staalstructuur werd gekozen voor de traditionele methode met mastiek.
3. De restauratie van de sanitaire ruimtes: dit betrof zowel het historische sanitair achteraan de Wintertuin als de voormalige portiersloge waarin – nabij de nieuwe inkom – een nieuw sanitair blok werd toegevoegd. Beide ruimtes hebben een historische tegellambrisering met een gelijkaardig floraal patroon. Deze wandtegels waren echter op verschillende plekken gebarsten, deels losgekomen of zelfs ontbrekend. Voor de restauratie werd samengewerkt met keramiekspecialiste Melissa Vandevijvere. Als eerste stap maakte zij een gedetailleerde inventaris op van alle wanden waarbij per tegel werd aangeduid welk tegeltype het betrof en wat de mate van schade was. Afhankelijk daarvan werd per tegel de gepaste aanpak bepaald: waar mogelijk werden gebarsten of beschadigde tegels in situ verlijmd en/of opgevuld. Loshangende tegels werden omzichtig verwijderd en opnieuw herplaatst. Waar tegels ontbraken werd gekozen om aan te vullen met tegels die gerecupereerd werden uit een in onbruik geraakte bergruimte op de site. In deze bergruimte werden alle tegels omzichtig verwijderd, schoongemaakt en per type gestockeerd. Op die manier kon er uit een eigen voorraad aan historisch materiaal worden geput om lacunes in de sanitaire ruimtes op te vullen. Nadien werden de tegellambriseringen in hun totaliteit nog eens grondig gereinigd.
Criterium 2: Architecturale kwaliteit (3 punten)
Naast de vermelde restauratieve werken werden ook hedendaagse infrastructuuringrepen gerealiseerd tijdens het project. Deze ingrepen komen tegemoet aan de wens van de opdrachtgever om de onthaalfaciliteiten te verbeteren en de integrale toegankelijkheid van de erfgoedsite te optimaliseren, met respect voor de bestaande architectuur en omgeving:
– Naast het gebouwencomplex werd een nieuwe parking gerealiseerd: de kleurkeuze van de klinkers en betonnen paden is een knipoog naar de baksteenarchitectuur van de monumentale gevels van het Ursulineninstituut. De positie van de bomen werd ook zo gekozen dat er vrije zichtassen blijven op het beschermde gebouwencomplex.
– De totaal verwaarloosde historische binnentuin werd helemaal heraangelegd. Het ontwerp met vijf organische plantvakken is een vrije interpretatie van de tuinaanleg uit de jaren 1930 zoals te zien op historische foto’s van de site. In die periode deed de binnentuin dienst als ‘bezoekerstuin’ voor de ouders van de kostschoolmeisjes, vandaag kunnen bezoekers hier verpozen. Moderne toevoegingen zoals een hedendaagse zitbank en hellingspartij ifv de toegankelijkheid staan in harmonie met de gerestaureerde tuinelementen zoals de cementrustieke zitbank en vijver.
– De gerestaureerde Zomergalerij werd omgevormd tot de zeer herkenbare en comfortabele nieuwe hoofdinkom van de erfgoedattractie. Dit door toevoeging van een glazen wand die de aankomende bezoeker beschermt tegen weer en wind. De Zomergalerij werd daarbij open gemaakt richting de nieuwe parking en verbonden met de onthaalruimte door het opentrekken van een raam- tot deuropening. Op die manier werd deze in onbruik geraakte historische structuur functioneel heropgewaardeerd tot overdekte overgangszone tussen exterieur en interieur. Door de nieuwe inkom naar hier te verhuizen kunnen bezoekers bovendien voor het eerst de site volledig drempelvrij betreden.
– Volgend op de restauratie van de twee sanitaire ruimtes werden deze ook heringericht met moderne sanitaire voorzieningen. In het nieuwe toilet werd een vrijstaande box met vier toiletten en een wastafel ingebracht. In het histprische sanitair werd een mindervaliden-toilet geïntegreerd. Ook hier zijn de kleurkeuze en vormgeving een hedendaagse knipoog naar de historische architectuur van beide ruimtes.
– Aan de twee marmeren trappen werden omgrijpbare leuningen voorzien, wat bijdraagt aan de toegankelijkheid. De keuze om in messing te werken refereert naar de Art Deco-stijl van deze monumentale trappartijen.
Deze architecturale ingrepen werden nooit geïsoleerd beschouwd, maar maakten deel uit van een geïntegreerd plannings- en ontwerpproces waarin toegevoegde waarde op meerdere niveaus werd nagestreefd: naast een verbeterde toegankelijkheid maken de ingrepen ook een duurzamer beheer mogelijk. Geen onnodige toevoegingen of “techniek omwille van de techniek”, maar doordachte en gerichte architectonische ingrepen die de erfgoedwaarden van het monument respecteren en benadrukken. Dit overigens geheel in lijn met de filosofie van de zusters Ursulinen om oog voor schoonheid, functionaliteit en efficiënt onderhoud hand in hand te laten gaan bij het oprichten en uitbouwen van het Instituut.
Criterium 3: Het publieke en maatschappelijke karakter van het project (3 punten)
Het project ging uit van een brede definitie van inclusiviteit en toegankelijkheid. Dit was een hoofddoel voor alle interventies, geen ‘nice to have’ en werd in elke zoektocht naar oplossingen meegenomen. Om ons hierin te laten inspireren werd Inter Vlaanderen ook gevraagd om de site voor en na de werken te screenen en ons tijdens de duur van het project te adviseren over de gewenste aanpassingen voor verschillende typen beperkingen. Dit zowel voor de architecturale ingrepen als op vlak van de nieuwe beleving.
De gelijkvloerse verdieping van de erfgoedattractie is volledig rolstoeltoegankelijk, inclusief de binnentuin. De integratie van een lift naar de eerste verdieping, waar zich nog drie bezoekersruimtes bevinden, bleek helaas niet haalbaar in de context van dit monument. Daarom werd in overleg met Inter een alternatieve bezoekwijze voorzien via tablets.
Wat de toegankelijkheid van de beleving betreft, werd een nieuw belevingsparcours met audiogids ontwikkeld. Dit richt zich op individuele bezoekers: een doelgroep die voorheen eigenlijk niet terecht kon op de site aangezien er enkel groepsbezoeken werden aangeboden. Via een luistertour met laagdrempelige verhalen en diverse interactieve (multimedia-) toepassingen kan men de geschiedenis en prachtige architectuur van deze bijzondere plek nu ook op eigen tempo ontdekken. Bij de ontwikkeling van deze nieuwe beleving is rekening gehouden met diverse beperkingen. Voor blinden en slechtzienden biedt de audiogids een allround ervaring. Een voelmaquette illustreert de omvang van het hele Ursulineninstituut. Voor slechthorenden voorzien we balieringleiding en inductielussen voor het gebruik van de audiogids. De audioteksten zijn ook in printvorm beschikbaar. Deze inspanningen werden recent nog bekroond met een Europese ‘Destination of Sustainable Cultural Tourism Award’ in de categorie ‘Toegankelijkheid tot Erfgoed’.
Meer algemeen werden binnen de scope van het project ook de lijnen uitgezet voor een duidelijke bezoekersmanagementstrategie. Er zijn sinds de heropening meer bezoekmomenten mogelijk, niet meer enkel op afspraak met een gids maar ook tijdens vrije bezoekuren (voor een bezoek met audiogids). Wel wordt het aantal gelijktijdige bezoekers bewust beperkt. Hierdoor kunnen we hun impact op het gebouw beperken én hen tegelijk een sterk gevoel van ‘exclusiviteit’ of ‘privilege’ bieden.
Daarnaast werd ook de publiekscommunicatie grondig onder handen genomen met een nieuwe website waarop ook online tickets kunnen worden gekocht. In samenwerking met Visit Mechelen werd ook de bezoekersfolder opgefrist en nieuwe promotie-acties gelanceerd.
Het project is slechts tot stand kunnen komen via diverse samenwerkingen en in interactie met een brede groep belanghebbenden:
– Toerisme Vlaanderen en de vertegenwoordigers van de vrijwilligersvereniging waren onze belangrijkste belanghebbenden en zaten daarom beiden in de stuurgroep van het project. Deze fungeerde als klankbord voor projectcoördinator Kempens Landschap en hielp de voortgang en hoofddoelen gedurende het hele traject te bewaken.
– De ruimere groep vrijwilligers is via tal van workshops en infosessies betrokken, hoofdzakelijk wat betreft de nieuwe beleving en de nieuwe bezoekersmanagementstrategie waarvan zij het uithangbord vormen.
– Visit Mechelen en Toerisme Sint-Katelijne-Waver werden als adviseurs nauw betrokken bij de uitrol van zowel de nieuwe bezoekersmanagementstrategie als de nieuwe communicatiestrategie. Zij hebben de Wintertuin bovendien mee geïntegreerd in hun eigen communicatie en in rondleidingen, wandelingen en fietsroutes in de ruime omgeving rond de site. Deze initiatieven tillen een bezoek aan de Wintertuin op van een op zichzelf staande naar een geïntegreerde ervaring.
De kennis die tijdens het project werd opgedaan wordt via verschillende initiatieven gedeeld:
• Er werd een bijgewerkte editie van de erfgoedgids « Een internaat met klasse » gepubliceerd. Deze rijk geïllustreerde publicatie schetst uitgebreid de algemene geschiedenis en evolutie van het beschermde monument, de congregatie en haar educatieve activiteiten. De eerste editie van deze gids kwam in 2011 tot stand en is nu herzien. De kans werd aangegrepen om ook een Engelse en Franse versie te publiceren die verkocht wordt in de shop van de Wintertuin.
• Eind 2024 werd in het kader van een plaatsbezoek van het Reseau Art Nouveau Netwerk (een internationaal netwerk van art nouveau kenners, waar de Wintertuin als site bij is aangesloten) een lezing gegeven over de uitgevoerde werken op de site. Deze lezing wordt normaal gezien in het najaar van 2025 gepubliceerd in de congresbundel van RANN.
• In het voorjaar verschijnt ook de publicatie van een artikel over de restauratie van de historische tegelvloer van de Wintertuin in het internationale art nouveau-tijdschrift Coup De Fouet, dat wordt uitgegeven door Art Nouveau European Route. Dit is het tweede internationale art nouveau-netwerk waarbij de site is aangesloten.








